Soms vraag ik mensen wat zij denken wat Jezus’s achternaam was. Gewoonlijk antwoorden zij zoiets als: “Ik denk dat zijn achternaam ‘Christus’ was, maar ik weet het niet zeker. Dan vraag ik: “Als dat zo was toen Jezus een klein jongetje was, namen Jozeph en Maria Christus kleine Jezus Christus mee naar de markt?” Dat weggenomen realizeren zij zich dat ‘Christus’ is niet Jezus’s achternaam. Wat is ‘Christus’ dan? Waar komt het vandaan? Wat betekent het? Dat is wat wij graag willen onderzoeken in dit artikel.
Vertaling vs. Transliteratie
Eerst zullen we enkele basis principes van vertaling moeten begrijpen. Vertalers proberen de beste betekenis te gebruiken. Daarom wordt een woord-voor-woord benadering niet altijd gebruikt. Maar vertalers kiezen soms om te vertalen volgens klank in plaats van de betekenis, vooral als het om namen of titels gaat. Dit heet transliteratie. Bij voorbeeld, de name “Petrus” is een transliteratie van de Griekse naam Πέτρος (Petros), wat “rots” betekent in het Grieks. De naam werd “Petrus” omdat het bijna hetzelfde klinkt als Petros, in plaats van de betekenis van de naam. Niettemin, de naam in het Frans is Pierre, wat “rots” betekent. Dus was de naam weergegeven in het Frans, vanuit het Grieks door vertaling (dezelfde betekenis), in plaats van transliteratie (dezelfde klank). Voor de Bijbel moesten vertalers besluiten, of woorden (vooral namen en titels) beter vertaald zouden worden in de ontvangers taal door vertaling (betekenis) of door transliteratie (klank). En er is geen specifieke regel; soms is het beter om te vertalen en andere keren is transliteratie beter.
De Septuagint
Laten we nu deze beginselen afleggen op de historie van de Bijbelse vertaling. De eerste vertaling van de Bijbel was toen het Hebreeuwse Oude Testament werd vertaald in het Grieks rond 250BC. Deze vertaling staat bekend als de Septuagint (of LXX) en het heeft een enorme invloed uitgeoefend op de Westerse wereld. Het meest belangrijke ervan is (omdat het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven was), dat wanneer de schrijvers van het Nieuwe Testament iets aanhaalden van het Oude Testament (wat ze vaak deden), zij regelmatig de Griekse Septuagint gebruikten in plaats van het Hebreeuwse Oude Testament
Vertaling & Transliteratie in de Septuagint
Het plaatje hieronder laat zien hoe dit invloed heeft op de Bijbel van vandaag, de vertalingsfasen zijn in kwadranten te zien.
Het oorspronkelijke Hebreeuwse Oude Testament is in kwadrant #1 en is toegankelijk in de Masoretische tekst en de Dode Zee Rollen. Het Griekse Nieuwe Testament is in kwadrant #2. Maar omdat de Septuagint een Hebreeuws –> Griekse vertaling is, wordt dit getoond als een pijl die van kwadrant quadrant #1 naar #2 gaat zodat #2 beide het Oude en het Nieuwe Testament bevat. In de onderste helft (#3) is een hedendaagse taal waarin de Bijbel vertaald is. De vertalers moesten besluiten of de woorden beter waren in de ontvangerstaal, door transliteratie of door vertaling zoals hierboven is uitgelegd. Dit wordt laten zien met de groene pijlen benoemd translitereer en vertaal, en laat zien dat de vertalers beide benaderingen konden nemen. Tezamen, dit figuur laat her process zien hoe de Bijbelse teksts zijn vertaald van Hebreeuws en Grieks, naar de talen van nu.
De Oorsprong van ‘Christus’
In het volgende figuur volg ik hetzelfde process als hierboven, maar deze keer focus ik vooral op het woord ‘Christus’ dat in ons hedendaagse Nieuwe Testamenten voorkomt.
We kunnen zien dat in het originele Hebreeuwse Oude Testament de term ‘mashiyach’ was, en wat het Hebreeuws woordenboek vertaald als ‘gezalfde of gewijde’ persoon. Hebreeuwse priesters en koningen van Oud Testamentische tijd werden gezalfd (ceremonieel met olie gewreven) voor zij hun aantrede deden, zij waren dus gezalfden, of ‘mashiyach’. Maar bepaalde profetische Oude Testamente gedeeltes spraken ook over een bepaalde ‘mashiyach’ (met het bepalend lidwoord ‘de’) waarvan voorzegd was dat hij zou komen. Toen de Septuagint ontwikkeld was in 250 BC, de vertalers kozen een woord in Grieks met een soortgelijke betekenis, Χριστός (klinkt als Christos), dat kwam van chrio, wat betekent: ceremonieel met olie wrijven. Dus werd het woord Christos vertaald met de betekenis (en niet translitereerd door klank) van het originele Hebreeuwse ‘mashiyach’ in de Septuagint, wijzend naar die specifieke persoon. De schrijvers van Het Nieuwe Testament begrepen dat Jezus deze person was waarvan gesproken werd in de Septuagint en daarom gingen zij door met het woord ‘Christos’ in hun geschriften om Jezus aan te wijzen als deze ‘mashiyach’.
Maar toen we naar de hedendaagse talen verschoven, was er geen gemakkelijk herkenbaar woord met een soortgelijke betekenis dus ‘Christos’ werd toen getranslitereerd van Grieks in deze talen als ‘Christus’ en de varianten daarvan. Daarom is het woord ‘Christus’ een specifieke titel, geworteld in het Oude Testament, afgeleid door vertaling van Hebreeuws naar Grieks, en dan getranslitereerd van Grieks naar moderne Eurpese talen. Het Hebreeuwse Oude Testament is direct vertaald in deze talen en vertalers hebben verschillende keuzen gemaakt in de vertaling van het originele ‘mashiyach’. Sommige Bijbels vertalen (door de betekenis) naar variaties van ‘Messias’ en anderen translitereren (dus klank) naar variaties van ‘Christus’. Omdat we het woord ‘Christus’ niet gemakkelijk in het Oude Testament zien, is de connectie met het Oude Testament niet duidelijk. Maar van deze analyse weten we dat de Bijbelse ’Christus’=’Messias’=’Gezalfde’ en dat het een specifieke titel was. De originele Griekse lezers van het Nieuwe Testament, zouden meteen de ‘Christos’ gezien hebben van de Septuagint en zouden het directe verband hebben gezien, terwijl wij echt er naar moeten zoeken.
De Christus geanticipeerd in 1ste Eeuw
Laten we, gewapend met dit inzicht, enkele waarnemingen maken over het Evangelieverslag. Hieronder volgt de reactie van Koning Herodus toen de wijzen uit het oosten kwamen, zoekend naar de Koning der Joden, een welbekend gedeelte uit het Kerstverhaal. Bemerk dat ‘de’ voor Christus geschreven is, al verwijst het niet specifiek naar Jezus.
Toen Koning Herodus dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor, waar de Christus moest geboren worden. (Matthew 2:3-4)
U kunt zien dat het idee van’de Christus’ was al algemeen aanvaard door Herodus en zijn religieuze adviseurs – zelfs voordat Christus geboren was – en het wordt hier gebruikt zonder speciaal naar Jezus te verwijzen. Dit is omdat ‘Christus’ vanuit het Oude Testament komt, het werd gewoonlijk gelezen door Joden van de 1ste eeuw (zoals Herodus en de hogepriester van zijn tijd) in de Griekse Septuagint. ‘Christus’ was (en is nog) een titel, en geen naam. Hierdoor kunnen we meteen het belachelijke idee ontkrachten dat ‘Christus’ een Christelijke uitvinding is of een uitvinding door iemand zoals Keizer Constantijn van 300 AD, populair gemaakt door films zoals demDa Vinci Code. De uitdrukking bestond al honderden jaren voordat er Christenen waren en Constantijn aan de macht kwam.
Profetieën van ‘De Christus’ in het Oude Testament
In werkelijkheid, de term neemt hier een definitieve profetische titel aan, reeds in de Psalmen beschreven door David, rond 1000 BC – lang, lang vóór de geboorte van Jezus. Laten we eens kijken naar de eerste gebeurtenissen.
Waarom komen de volken in opstand en zinnen de naties op zinloze plannen? Waarom stellen koningen van de aarde zich in slagorde op, beramen vorsten een oorlogsplan tegen de Heer en tegen zijn gezalfde? Wij willen hun ketens verbreken en ons van hun boeien bevrijden. Die in de hemel woont lacht, de Heer spot met hen en in zijn woede spreekt Hij. Zijn grimmigheid benauwt hen: ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd op mijn heilige berg, op de Sion’. Ik verkondig het besluit van de HEER: Hij zei tegen mij: ’Jij bent mijn zoon, vandaag heb ik je verwekt…’ (Psalm 2:2-7)
De Griekse Septuagint werd veel meer gelezen dan het Hebreeuws in de eerste eeuw. (Door Joden, als andere volken). Psalm 2 in de Septuagint las op de volgende manier (Ik voeg het in met een getranslitereerde ‘Christos’ zodat je de ‘Christustitel’ kunt ‘zien’ zoals de lezer van de Septuagint het kon)
De koningen der aarde nemen hun stand…tegen de Heer en tegen Zijn Christus. Degene die in de Hemel op de troon zit lacht; de Heer spot met hen…zeggend… (Psalm 2)
Je kunt nu ‘Christus’ ‘zien’ in dit tekstgedeelte zoals een lezer van de 1ste eeuw het gezien zou hebben. Maar de Psalmen gaan door met meer verwijzingen naar de komst van Christus. Ik zet het standaard tekstgedeelte naast een getranslitereerde, een met ‘Christus’ erin zodat je het kunt zien.
Psalm 132- Uit het Hebreeuws | Psalm 132 – Uit de Septuagint |
O Heer, …10 Omwille van David uw dienaar, Verwerp uw Gezalfde niet.11 The De Heer heeft aan David een eed gezworen, een eed die hij niet zal terughalen: “Uw eigen nazaat zet ik op de troon — …17 “Daar schenk ik Davids hoorn weer nieuwe loten de lamp van mijn Gezalfde ontsteek ik weer.18 Zijn vijanden zal ik kleden met schande, maar Davids diadeem krijght zijn glans terug. | O Heer,…10 Omwille van David uw dienaar, verwerp niet uw Christus. 11 The De Heer heeft aan David een eed gezworen, 18 .” Zijn vijanden zal ik kleden met schande, |
Je kunt zien dat Psalm 132 specifiek spreekt in de toekomstige tijd. (“…Daar schenk ik Davids hoorn …”), zoals zovele tekstgedeelten van het Oude Testament. Dit is belangrijk als men de profetieën kent. Het is niet alsof de Nieuwe Testamentische schrijvers wat ideeën namen van het Oude Testament en zorgden dat ze pasten. Het is zo duidelijk als woorden kunnen zijn dat het Oude Testament, zelfs zonder het Nieuwe Testament te overwegen, toekomstige beweringen en voorspellingen maakt. Herodus wist dat de Oude Testamentse profeten voorspellingen maakten over de komende ’Christus’– daarom was hij klaar voor deze aankondiging. Hij had alleen nodig dat zijn adviseurs hem de bijzonderheden van deze voorspellingen vertelden. Van de Joden is bekend dat zij op hun Messias (of Christus) wachten. Het feit dat zij wachten of uitkijken naar de komst van hun Messias heeft niets te maken met Jezus, of het Nieuwe Testament (omdat zij dat negeren), maar heeft eerder alles te maken met de expliciet op de toekomst gerichte voorspellingen en profetieën in het Oude Testament.
De Oud Testamentische profetieën: Gespecificeerd zoals een slot-en-sleutel stelsel
Het feit dat de Oud Testamentse geschriften expliciet voorspellend zijn, betekent dat ze tot een kleine group behoren van de grote zee van literatuur welke geproduceerd is tijdens de menselijke geschiedenis. Het is zoals het slot in een deur. Een slot is gemaakt met een bepaalde vorm-specificatie. Een slot is gemaakt zo dat alleen een specifieke ‘sleutel’, die bij de specificatie hoort, het kan openen. Op dezelfde manier werkt het Oude Testament als een slot. We zagen dat de specificaties niet alleen in de twee Psalmen staan, die we hier bekeken hebben, maar we hebben andere gezien in de post over Abrahams offer, Het begin van Adam, en het Pascha van Mozes (herlees ev. als je er niet zo bekent mee bent). Psalm 132 voegt de specificatie toe dat ‘de Christus’ van de lijn van David zal zijn. Dus het slot heeft specificaties die zoals we zien meer en meer precies worden in de profetische tekstgedeelten over het Oude Testament. We kijken naar meer van deze ‘slot’ specificities. Maar ik wil ook een andere vraag stellen. Is Jezus de passende ‘sleutel’ die de profetieën opent? Mijn hoop is dat je door dit studieproces beter in staat bent om zelf het Evangelie te overwegen.
Jezus Christus is de eniggeboren zoon van de ware God Jehovah! De eerst geborenen van heel de schepping. Door bemiddeling van hem werden alle anderen dingen in de hemel en op aarde geschapen. Hij is op een na hoogste persoon in het universum. Deze zoon is door Jehovah naar de aarde gezonden om zijn leven als losprijs voor de mensheid te geven en aldus de weg tot eeuwig leven te openen voor diegenen van Adams nageslacht die geloof zouden oefenen. Deze zelfde zoon, die weer tot hemelse heerlijkheid is verhoogd, regeert thans als koning, bekleed met de autoriteit om alle goddelozen te vernietigen en zijn vaders oorspronkelijk voornemen met betrekking tot de aarde te verwezenlijken!